dinsdag 7 juni 2016

Klas 4 - boek 6 - Siegfried

Titel:                        Siegfried, een zwarte idylle
Schrijver:                 Harry Mulisch
Uitgave:                   Wolters-Noordhoff, Groningen 2005
Eerste uitgave:        De Bezige Bij, Amsterdam 2001
ISBN:                       9001559654
Aantal pagina’s:      159

Genre: oorlogsroman, psychologische roman.

Samenvatting:

De 73-jarige succesvolle Nederlandse schrijver Rudolf Herter is met zijn veel jongere vriendin Maria in Wenen. Hij geeft een interview over zijn pas verschenen roman en krijgt tijdens het gesprek een idee voor een volgend boek: hij zal proberen om Hitler te begrijpen. Ook houdt Herter een lezing in de Wiener Nationalbibliothek. Na deze lezing benadert het echtpaar Ullrich en Julia Falk de schrijver. Zij willen hem iets belangrijks vertellen voordat hij begint aan die roman over Hitler. Herter bezoekt hen de volgende middag en hij ontdekt dat de werkelijkheid nog veel ongelofelijker is dan zijn eigen verbeeldingskracht.

Keuzeopdracht:

Eeuwigheidswaarde?

Waarom zou men dit boek over 50 of 100 jaar nog moeten lezen volgens jou? Bevat het boek ‘tijdloze’ elementen in opvattingen, situaties en problemen die actueel zullen blijven? Schrijf een betogend artikel over deze kwestie. Jouw mening is daarbij dus erg belangrijk. Voor de duidelijkheid geef je natuurlijk enige voorbeelden uit het boek dat je bespreekt.



Het boek ‘Siegfried’ is misschien niet het bekendste boek van Harry Mulisch, maar het heeft zeker indruk op me gemaakt. Er wordt in het boek een toch wel heftig onderwerp aan de orde gebracht: waarom Hitler was zoals hij was. De Wereldoorlog blijft natuurlijk altijd een ‘tijdloze’ gebeurtenis. De vele slachtoffers worden immers elk jaar nog herdacht op 4 mei.
      Het boek werd gepubliceerd in 2001, al tientallen jaren na de Tweede Wereldoorlog. Een groot gedeelte van het verhaal speelt zich af in de tijd van de oorlog. Er worden dus na vele jaren nog steeds boeken geschreven over dit onderwerp. En er zullen er denk ik ook steeds meer bijkomen. Zo is goed te zien dat oorlog een indruk achterlaat van grote duur. ‘Siegfried’ is een boek dat men over 50 jaar nog steeds leest, want het blijft een bijzonder verhaal dat nog door veel mensen gelezen en gewaardeerd zal worden.
     Het verhaal bevat namelijk ook veel fantasie van Mulisch. Het gaat er over dat Hitler in het geheim een zoon zou hebben, genaamd Siegfried. Het wordt heel geloofwaardig beschreven, waardoor je bijna gaat denken dat het echt zo was. Natuurlijk weten we dit niet zeker. Het is wel een originele gedachte waar veel andere schrijvers en historici zich nog mee bezig zullen houden. De hoofdpersoon in het boek, Rudolf Herter, is net als Mulisch een bekende Nederlandse schrijver. Mulisch laat de hoofdpersoon op zichzelf lijken, zodat hij zich goed in hem kan verplaatsen en zijn eigen mening in het boek kan verwerken. Dit zorgt er ook voor dat je Herter goed leert kennen.
     ‘Siegfried’ wordt al vijftien jaar door vele mensen gelezen en hier zullen nog vele jaren bij komen. Het boek is genomineerd voor verschillende literatuurprijzen.

zondag 8 mei 2016

Klas 4 - Boek 5 - De Zonnewijzer

De zonnewijzer
Maarten ’t Hart
Wolters-Noordhoff, Groningen 2006
De Arbeiderspers, Amsterdam 2002
256 bladzijden


Opdracht:
Keuzeopdracht LT1 – Kunst
3) In De zonnewijzer wordt een toespeling gemaakt naar het werk van de kunstenaar Escher. Zoek een werk van Escher dat jij het beste vindt passen bij De zonnewijzer. Licht toe waarom je juist dit werk hebt gekozen.

Twee Vogels (Nr. 18)
1938 Oost-Indische inkt, potlood, waterverf.
 
M.C. Escher heeft veel van dit soort tekeningen gemaakt. Het zijn vaak dieren die allemaal precies in elkaar passen. Ik vind de vogels in deze tekening heel mooi.
Ik denk dat deze afbeelding goed past bij De zonnewijzer, omdat de vogels als puzzelstukjes in elkaar passen. In het verhaal moet Leonie, de hoofdpersoon, er achter zien te komen hoe haar vriendin, Roos, is overleden. Ze moet dus een soort puzzel oplossen. In het begin weet ze er nog niet veel van, maar later vallen de puzzelstukjes op hun plaats, net als in de tekening van Escher.
De vogels in de tekening vliegen achter elkaar aan. Dit heeft ook te maken met het verhaal, want Leonie moet in de voetsporen treden van Roos, omdat ze voor de katten van Roos moet zorgen. Eigenlijk gaat Leonie hetzelfde leven leiden als Roos heeft gedaan, ze volgt Roos dus op. Dat doen de vogels op de afbeelding ook.
Er wordt in het boek eerst gezegd dat Roos is overleden aan een zonnesteek. Een vriend van Roos, Freek, gelooft dat gelijk al niet. Daarom gaat Leonie het verder uitzoeken. In de tekening zijn twee kleuren gebruikt: wit en blauw. Die staan voor de twee opvattingen over de oorzaak van de dood van Roos. De witte vogels geven onschuld aan: Roos zou overleden zijn door een zonnesteek. Maar er tegenin vliegen de blauwe vogels: misschien is er toch meer aan de hand en is het allemaal niet zo onschuldig.
De tekening van Escher zou oneindig groot kunnen zijn. Er passen steeds weer vogels naast. Zo kan het oneindig lang doorgaan. In het boek denkt Leonie op een bepaald moment dat ze er nooit achter zal komen wat er met Roos gebeurd is en dat er geen einde komt aan haar zoektocht. Dit is ook een mooie overeenkomst.
 
 

zondag 28 februari 2016

Boek 4 - Ventoux

Opdracht 1 Gegevens

1.       Bert Wagendorp, Ventoux

Mijn uitgave: Noordhoff Uitgevers BV, Groningen, 2015

Eerste uitgave: Uitgeverij Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2013

Aantal pagina’s: 233

 
2.       De genres van het boek zijn: Psychologische roman, Avonturenverhaal en Sport.

 
3.       Vijf jongens en een meisje vormen op het Baudartius College te Zutphen al een hechte vriendengroep. Na hun eindexamen in 1982 gaan twee van hen met de racefiets de Mont Ventoux in de Provence beklimmen, een derde vriend voegt zich later bij hen. Ook de anderen volgen, per auto. Bij de afdaling doet zich een noodlottig ongeluk voor. De vriendenkring valt uiteen, het meisje vertrekt naar Italië. Dertig jaren later komen hun wegen weer samen. De vier mannen en de vrouw verwerken alsnog samen de rouw om de omgekomen vriend en herstellen de vriendengroep. Voor hun verdere leven heeft dit ingrijpende, positieve gevolgen.
Bron: http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/v/ventoux/
 

Opdracht 2 Informatiemap

·         Biografische gegevens

Bert Wagendorp is geboren in Groenlo op 5 november 1956. Hij studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is sportverslaggever geweest bij de Leeuwarder Courant en later bij de Volkskrant. Voor de Volkskrant is Wagendorp sinds 1989 verslaggever geweest bij veel grote wielerwedstrijden, waaronder zes keer bij de Tour de France. Vanaf 1995 is hij begonnen met het schrijven van romans.

·         Bibliografie

Dit zijn de boeken die Bert Wagendorp heeft geschreven:
1995: De Proloog (roman)
2002: Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France
2005: De dubbele schaar (verhalen)
2006: Sportleven (verzamelde sportstukken)
2008: Het kan altijd erger (verzamelde columns)
2008: HNS Sportboek (met Paul Onkenhout en John Schoorl)
2009: Ard Schenk (biografie) met Wybren de Boer en Frans Oosterwijk
2010: De wereld volgens Wagendorp (verzameling columns en verhalen)
2010: Digue Ventoux
2013: Ventoux (roman)
2014 Het jongensparadijs (verzamelde columns en andere stukken)
2015: Vader en dochter boek (met zijn dochter Hannah)

 
·         Recensie

Dit is een recensie van ‘Ventoux’ door Coen Peppelenbos:



 
·         Column

Een column van Bert Wagendorp in de Volkskrant:
‘Waarom de winkelstraat zal blijven’, 25 februari 2016

 
Artikel

In 2013 publiceerde Bert Wagendorp zijn roman ‘Ventoux’. Dit boek is fictie en gaat over de Mont Ventoux in Frankrijk. Het was eerst de bedoeling dat Wagendorp het scenario voor een film ging schrijven, maar toen kwam het idee om van dit verhaal een roman te maken. De film is later ook gemaakt.
Nu is de vraag of het boek autobiografische elementen bevat. Het is immers een mooi, gedetailleerd en goed uitgewerkt verhaal over een heftige gebeurtenis.
Naar mijn mening bevat het boek zeker een aantal autobiografische elementen. Nadat ik wat informatie over de schrijver had opgezocht, viel me in eerste instantie op dat de dochter van Wagendorp Hannah heet. Voorin het boek ‘Ventoux’ heeft Wagendorp dan ook geschreven: ‘Voor Hannah’. De dichter Peter schrijft zijn gedichten aan Anna en zo noemt Bart zijn dochter ook. De namen Hannah en Anna lijken heel veel op elkaar. Verder is het natuurlijk opvallend dat de naam van de hoofdpersoon, Bart, maar één letter verschilt met de naam van de schrijver. Dus denk ik dat de personages voor een gedeelte zijn gebaseerd op de werkelijkheid.
Bert Wagendorp heeft veel ervaring met wielrennen. Hij is verslaggever en heeft veel belangrijke wielerwedstrijden meegemaakt. Hij fietst zelf ook. Zo heeft Wagendorp de Mont Ventoux twee keer beklommen, net als de personages in het verhaal. Om het verhaal geloofwaardig te maken denk ik dat de schrijver zijn eigen ervaringen van bepaalde gebieden en gebeurtenissen heeft gebruikt in het boek.
In de ‘verantwoording’, achter in het boek, vertelt Wagendorp zelf dat verschillende dingen in het boek een connectie hebben met de werkelijkheid. Hij bedankt zijn vrienden voor het helpen met het verhaal. Zo vormde een verhaal van Ot Louw de inspiratie voor de visioenen die Bart heeft tijdens zijn beklimming. Het kunstwerk in de kamer van André hangt in werkelijkheid in het huis van Bert Wagendorp. Zo zijn er een aantal details van het verhaal geïnspireerd door de werkelijkheid.
Bert Wagendorp zegt in een interview dat het niet per se zijn bedoeling was om met het boek een boodschap over te brengen aan de lezers. Maar hij merkt dat mensen er wel van alles in lezen. Ik denk dat het er bij het lezen van een boek vooral om gaat hoe je het zelf interpreteert en in hoeverre het connecties heeft met je eigen leven. Dat bepaalt of het boek je aanpreekt. Misschien lees je in een boek wel dingen die voor jezelf autobiografisch zijn. Als de schrijver autobiografische elementen gebruikt denk ik dat hij zich makkelijker kan inbeelden in de hoofdpersoon. Ik denk dat Bert Wagendorp dat bij dit boek ook heeft gedaan en het is een mooi verhaal geworden.


Bronnen:

dinsdag 29 december 2015

Klas 4, boek 3 – Nederland leest de mooiste korte verhalen. Gekozen door A.L. Snijders.


Opdracht: Het interpreteren van korte verhalen.
Het verhaal dat ik heb gekozen heet: ‘De Papegaai’ en is geschreven door Lode Baekelmans.

Ik heb samengewerkt met Naomi en Nienke en deze hamvragen vonden we het beste:
1.       Waarom weigert de man in eerste instantie om zijn vrouw een papegaai te geven?
2.       Liet de man de nieuwe papegaai expres of per ongeluk wegvliegen?

1.       Het zou kunnen dat de man, Quadghebeur, simpelweg geen papegaai in huis wil vanwege het geluid dat het dier maakt. De man houdt van rust, omdat er in het verhaal staat dat hij zichzelf vaak terugtrekt in zijn apotheek. Ook zegt hij meerdere keren dat zijn vrouw hem met rust moet laten. Verder gebruikt hij het als argument tegen zijn vrouw om geen papegaai te hoeven kopen: ‘Ik houd van de rust!’. Dit is dus een goede mogelijkheid.

Wat ook veel gesuggereerd wordt gedurende het verhaal, is dat de vrouw geen papegaai krijgt omdat de man dat haar niet gunt. Er wordt benadrukt dat de vrouw heel oud en lelijk is en dat ze veel zeurt:
Stilaan had hij een aardig verzet gevonden in het eeuwig tegenspreken van zijn vrouw. Dat was zijn wraak op haar lelijk gelaat, op haar zeuren, op haar ouderdom en haar centen. Dreigde zijn geniepige aanval tot krakeel, dan vluchtte de apotheker naar zijn heiligdom en genoot daar van zijn sarren.
Hij zag de witte kousen van zijn vrouw en de mansbottines met uitgerafelde elastieken die hem een voortdurende bron van ergernis waren.
Dit is dus ook een logische verklaring.

 
Het meest waarschijnlijke antwoord vind ik het tweede antwoord. De man gunt zijn vrouw niets. Als de man ziet dat de buren een papegaai hebben en dat die vreselijk schreeuwt, verandert hij gelijk zijn plan en besluit hij toch een papegaai te kopen. Dit zou hij nooit doen als hij zijn rust wilde behouden, dus het eerste antwoord wordt hierdoor ook minder waarschijnlijk. Als de man erachter komt dat zijn nieuw gekochte papegaai niet zo erg schreeuwt als die van de buren, is hij duidelijk teleurgesteld:
Met teleurstelling dacht hij dat zijn vrouw werkelijk plezier ging beleven aan de papegaai.
Het beste antwoord is dus: ‘Omdat de man zijn vrouw geen plezier gunt.’


2.       Als de man de papegaai net gekocht heeft, haalt hij het dier uit de kooi en dan vliegt de papegaai weg.
Het zou kunnen dat de man dit expres liet gebeuren, hij was immers teleurgesteld in de papegaai en wilde niet dat zijn vrouw er plezier aan zou gaan beleven. Als hij de papegaai teruggebracht zou hebben, zou hij geen bewijs hebben dat hij echt een papegaai had gekocht voor zijn vrouw. Daarom haalt hij de papegaai expres uit zijn kooi en laat hij zijn vrouw halen die de lege kooi en de vogel in de boom ziet. Zo is de man wel zijn afspraak nagekomen maar heeft zijn vrouw geen papegaai.

Het kan ook dat de man de vogel per ongeluk weg liet vliegen. Het is duidelijk dat hij even wegdroomt en niet op de papegaai kan letten:
‘- Mijnheer, mijnheer, uw papegaai vliegt weg!...
Quadghebeur schrikte op, zag in de richting die de voorbijganger aanwees.
Misschien was de man nog aan het twijfelen of hij de papegaai aan zijn vrouw zou gaan geven. Bovendien had de man, als hij de papegaai expres wilde laten ontsnappen, zijn plan waarschijnlijk iets beter voorbereid. Als de vogel al verder weg was gevlogen, had de vrouw hem niet eens kunnen zien en zou ze haar man niet geloven. Aan het einde van het verhaal maken de man en de vrouw het na vele jaren weer goed en koopt de man alsnog een papegaai, dus ik denk dat de vrouw toch niet zó onuitstaanbaar kan zijn geweest dat de man expres een vogel ging kopen en hem daarna weer weg laat vliegen, alleen maar om zijn vrouw verdrietig te maken.

Ik denk dat het beste antwoord het tweede antwoord is. Ik denk dat de man de vogel niet expres weg laat vliegen. Misschien vond hij het niet zo erg dat de papegaai weg vloog, maar het was niet helemaal de bedoeling.

Terugblik
Ik vond het verhaal best wel duidelijk. Er kwamen niet zo veel vragen bij me op tijdens het lezen dan bij de andere twee verhalen in ons groepje. Ik vond het verhaal leuk om te lezen. Het taalgebruik is een beetje verouderd, dus van sommige woorden wist ik niet wat ze betekenden. Maar de meeste dingen werden snel duidelijk door de context.
Het gesprek ging goed. We hadden soms wel verschillende meningen, maar dat is niet erg, want samen kom je tot de beste vragen en de beste antwoorden.

zondag 22 november 2015

Leesverslag ‘De Tweeling’ – Tessa de Loo

Feiten

Uitgegeven in: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1993
41e druk 1999
Aantal pagina’s: 428

Genre
De genres van het boek zijn: oorlogsroman en psychologische roman.

Samenvatting
Het verhaal gaat, zoals de titel al suggereert, over een tweeling, Anna en Lotte. Ze wonen in Keulen, maar worden al op heel jonge leeftijd van elkaar gescheiden vanwege de dood van hun beide ouders. Lotte gaat met een tante mee naar Nederland, omdat ze de ziekte tbc heeft. Anna groeit op bij haar grootvader in Duitsland. De jeugd van de tweeling is heel verschillend. Zo hebben de beide gezinnen een ander geloof en een ander standpunt in de oorlog. Het verhaal speelt zich namelijk af vóór, in en ná de Tweede Wereldoorlog. Na 15 jaar doen ze een poging elkaar op te zoeken, maar ze zijn al te ver uit elkaar gegroeid en blijven op een afstand. Ze ontmoeten elkaar daarna pas weer bij toeval als ze in de 70 zijn. Ze hebben namelijk allebei artrose en daarvoor zijn ze in een kuuroord in Spa. Daar vertellen ze aan elkaar en aan de lezer wat ze allemaal meegemaakt hebben in hun leven.

Verwachtingen
Ik zag dit boek staan op ‘lezen voor de lijst’ en het leek me een heel interessant boek, de beschrijvingen op internet lezend. We hadden het boek thuis, want mijn moeder heeft het vroeger ook gelezen. Ze raadde me het boek zeker aan. Ik verwachtte van het boek wel dat het een psychologische roman zou zijn, omdat het gaat over een tweeling die elkaar na ongeveer 70 jaar weer terug ziet en elkaar hun levensverhaal gaan vertellen.

Thema en motief
Motieven:

-          Familie verliezen
Dit is een heel belangrijk motief in het boek. Op jonge leeftijd sterven de ouders van de tweeling en zien ze elkaar ook nauwelijks meer omdat ze elk bij een ander gezin worden opgevoed. Later wordt Lotte’s verloofde David opgepakt omdat hij Joods is. De man van Anna, Martin, komt om in de oorlog als soldaat. Aan het eind van het boek sterft Anna, tot groot verdriet van Lotte, in het Thermaal Instituut.

-          Oorlog
Een heel groot gedeelte van het boek speelt zich af in de oorlog. Dit begrip komt dus steeds terug in het verhaal. De personages worden steeds opnieuw geconfronteerd met de gevolgen van de oorlog. Het bepaalt dus heel erg het leven van de personages.

Thema:
Het thema van het boek is: verschillende levens in oorlogstijd. Je ziet duidelijk hoe verschillend het leven van bijvoorbeeld Nederlanders en Duitsers tijdens de oorlog was. Anna en Lotte zijn een tweeling, maar toch is hun leven totaal verschillend verlopen. Ze hebben moeite zich in te leven in hoe het voor de ander was indertijd. Dit zet je aan het denken over de oorlog.

Beoordeling
Schrijfstijl:

De schrijfstijl van het boek vind ik fijn lezen. Alles wordt goed en duidelijk beschreven. Toch gaat de schrijfster soms iets te diep in op iets, waardoor de lezer wordt afgeleid. Gedeeltes met vooral gedachtes of met politieke samenvattingen worden afgewisseld met conversaties en actiescènes. Deze veranderingen zorgen ervoor dat de lezer alert blijft een door leest. Er zitten regelmatig korte Duitse zinnetjes tussen (ze spreken immers vooral Duits), maar dit is niet storend. Het maakt de gesprekken juist realistischer. Bijvoorbeeld in het volgende fragment: (bladzijde 145)

‘’ ‘Hör mal, jij kunt al deze vragen stellen omdat je weet wat er allemaal gebeurd is. Wij wisten nog niet waar het toe zou leiden, dus we stelden die vragen niet. Waarom kijk je me zo aan…’ ‘’

Inhoud:
       -          Tijd
Het boek is ingedeeld in drie gedeeltes: ‘Interbellum’, ‘Oorlog’ en ‘Vrede’. De vertelde tijd van het verhaal is ongeveer 70 jaar. De verteltijd is 428 bladzijden. Er zitten drie verhaallijnen in die in twee periodes spelen. De eerste verhaallijn speelt zich af in de jaren ’90 en bevat de ontmoetingen tussen de bejaarde Anna en Lotte. De tweede verhaallijn is het verleden van Anna en de derde verhaallijn is het verleden van Lotte. Je zou ook kunnen zeggen dat er maar één verhaallijn is waarin Anna en Lotte elkaar door middel van flashbacks vertellen over vroeger. De scenes wisselen elkaar steeds af.

-          Vertelperspectief
Het verhaal heeft een auctoriale vertelinstantie. De verteller is geen personage, maar is wel aanwezig. Er wordt in het boek namelijk uitleg gegeven aan de lezer over bepaalde gebeurtenissen. De auctoriale verteller weet wat de personages denken, er wordt vanuit twee perspectieven geschreven.

Eindoordeel

 
 
 


Deze ‘oordeelbalk’ geeft aan wat ik van het boek vond. Ik vond het boek heel bijzonder. Het was anders dan de meeste boeken over de Tweede Wereldoorlog. In dit boek word je je ervan bewust hoe het leven was voor normale burgers uit Duitsland en hoe er altijd vooroordelen waren tegenover hen, zelfs na de oorlog nog. In het volgende voorbeeld lees je hoe Anna, de Duitse, de weg vraagt: (bladzijde 416)

‘’ Ze stapte uit, hield een voorbijganger aan en liet hem het briefje met het adres zien zonder een woord te zeggen. Ze keek wel uit om haar eigen taal te spreken – misschien stuurde hij haar opzettelijk de verkeerde kant op. ‘’

Mijn verwachtingen van het boek zijn zeker uitgekomen. Het is een meeslepend verhaal met veel details. Je krijgt als lezer nog meer respect voor de mensen die in oorlogstijd moesten leven.

Bronnen
-          Lezenvoordelijst.nl
-          Laagland, literatuur en lezer – theorieboek
-          http://nl.wikipedia.org/wiki/Categorie:Roman

maandag 26 oktober 2015

Boek 1 - Het gouden ei


Literatuur opdracht 1
Je kunt personages in verhalen zowel psychologisch als maatschappelijk/ethisch benaderen. Schrijf een betoog van ongeveer 250 woorden waarin jij je beoogde publiek van klasgenoten probeert te overtuigen van de benadering van jouw voorkeur. Maak je betoog aantrekkelijk door te verwij­zen naar concrete passages in de verhalen en romanfragmen­ten van cursus 2.

Het gouden ei - Tim Krabbé
Het boek gaat over Rex Hoffman en Saskia Ehlvest, die samen op weg zijn naar hun vakantiebestemming. Als ze even stoppen bij een benzinestation, verdwijnt Saskia opeens. Rex zoekt haar overal, maar komt er niet achter wat er gebeurd is.

In het tweede hoofdstuk begint een andere verhaallijn over Raymond Lemorne, een man die zich afvraagt of hij de perfecte misdaad zou kunnen plegen. Hij treft allerlei voorbereidingen om zijn plan uit te voeren. In de loop van het verhaal begin je te vermoeden dat Lemorne iets te maken zou kunnen hebben met de verdwijning van Saskia.

Met het psychologisch benaderen van het gedrag van een personage wordt bedoeld dat je als lezer het gedrag verklaarbaar, aannemelijk of juist vreemd vindt. Je kan het gedrag van een personage ook maatschappelijk of ethisch beoordelen. Hierbij ga je uit van bepaalde normen en waarden.

Dit boek is een goed voorbeeld van een boek waarin je de personages zowel psychologisch als maatschappelijk kan benaderen. Rex Hoffman wil zo graag weten waar zijn vrouw is, dat hij overal naar haar zoekt. Dit is begrijpelijk. Je kan dit gedrag het beste psychologisch benaderen. Raymond Lemorne heeft gekke gedachtes. Nadat hij iemand gered heeft uit een rivier vraagt hij zich af of hij ook in staat is het tegenovergestelde te doen: een misdaad plegen. Hij voert zijn idee uit en ontvoert Saskia. Als je dit maatschappelijk of ethisch beoordeeld, is dit zeker niet toegestaan volgens de normen en waarden. Als lezer ga je niet meeleven met dit personage.
Als Rex na vele jaren nog steeds niet weet wat er met Saskia is gebeurd, legt Lemorne hem dit voorstel voor: hij zal alles te weten komen, maar zal daarna hetzelfde moeten ondergaan als Saskia. Rex gaat hiermee akkoord. Dit gedrag kun je psychologisch benaderen. Rex heeft al die jaren een soort leegte in zijn hoofd, omdat hij niet weet wat er gebeurd is. Hierdoor blijven de mogelijkheden hem achtervolgen en kan hij niet gewoon zijn leven weer oppakken. Het is begrijpelijk dat hij akkoord gaat met het voorstel. Rex krijgt dus alles te horen en daarna wordt hij, net als Saskia, levend begraven. Dit einde van het boek kwam heel abrupt en had hierdoor een schokkend effect.
Mijn voorkeur gaat uit naar het psychologisch benaderen van het gedrag van personages. Personages hebben meestal een persoonlijke reden voor wat ze doen en hierdoor kun je je inleven in een personage.

dinsdag 8 september 2015

Leesautobiografie - klas 4


Al op heel jonge leeftijd begon ik met lezen. Op de kleuterschool en in groep 3 las ik boekjes als ‘Maan, roos, vis’, met vooral plaatjes en simpele woorden of korte zinnetjes. Ook werd er voorgelezen en ik vond het altijd heel leuk om daar naar te luisteren. Maar thuis las ik ook boeken, bijvoorbeeld ‘Bommes!’ door Jane Simmons, dat ging over een eendje. In de volgende jaren op de basisschool werd er ook af en toe voorgelezen, uit boeken als ‘Meester Jaap’ of ‘Mees Kees’. Thuis had ik de hele serie van ‘Pinkeltje’, deze boeken vond ik leuk om te lezen. Eén boek van deze serie daarentegen, stond altijd omgekeerd in mijn kast, omdat de titel of omslag blijkbaar te eng was om naar te kijken: ‘Pinkeltje en de ijsheks’.
Toen ik klein was zongen we ook wel eens liedjes, bijvoorbeeld van Nijntje, Kikker in de wolken en andere bekende kinderliedjes, bijvoorbeeld deze:
‘’Klap eens in je handjes,
blij blij blij.
Op je lieve bolletje,
allebei!’’
Ook sinterklaasliedjes zong ik al heel snel.
Toen ik in groep 5 zat begon ik het boek ‘Matilda’ van Roald Dahl te lezen. Dat vond ik een heel bijzonder boek en het was ook een tijdje mijn lievelingsboek. Ik vond het leuk om te lezen over een meisje dat speciale krachten had. De verfilming van Matilda heb ik meerdere malen gezien. Ik heb ook andere boeken van Roald Dahl gelezen, zoals ‘De fantastische meneer vos’.
Ik vond veel verschillende boeken leuk. Andere voorbeelden van wat ik heb gelezen toen ik 8 tot 11 jaar was, zijn ‘Kruimeltje’, ‘De toverstick’, ‘Lena Lijstje’ en ‘Dolfje Weerwolfje’.

In klas 1 las ik meidenboeken als ‘MZZLmeiden’, van Marion van de Coolwijk, maar ik heb ook boeken van Thea Beckman gelezen in de onderbouw. Ik heb dus een afwisselende voorkeur.
Waar ik niet zo van hield, waren boeken over misdaad of science fiction. Ik hield er altijd van als een boek goed afliep. Dit is de afgelopen jaren veranderd. Nu vind ik het ook leuk als je je eigen fantasie kan gebruiken.
Boeken over de geschiedenis spreken me over het algemeen niet zo aan, tenzij ik me goed kan inleven in de hoofdpersoon, waardoor het verhaal leuker wordt.
Ik kreeg een paar maanden geleden van mijn opa een boek van Simon Vestdijk. Ik kende deze schrijver nog niet, maar ik was wel begonnen in het boek. Door de ingewikkelde, lange zinnen vond ik het boek best lastig om te lezen. Ook het onderwerp – het speelde zich af in de oorlog – sprak me niet zo aan. Dergelijke boeken staan op lezenvoordelijst.nl aangegeven als niveau 4 en 5. Dit is nu nog te hoog gegrepen voor mij.
Meestal kies ik een boek uit als iemand me erover verteld heeft, als het boek me is aangeraden dus. Soms kijk ik ook de verfilming van een boek. Van de meeste verfilmde boeken die ik ken vind ik het boek mooier dan de film. Dit is vooral omdat in een film vaak dingen weg gelaten zijn uit het boek.

De laatste tijd lees ik eerlijk gezegd niet meer zo veel als vroeger. Door de week heb ik niet veel tijd om te lezen; ik ben bijvoorbeeld laat thuis van sport of moet nog wat huiswerk maken. In het weekend en in vakanties lees ik meestal wel. Een paar voorbeelden van boeken die ik in klas 3 heb gelezen zijn: ‘De labyrintrenner’, ‘Een weeffout in onze sterren’ en ‘De hemel van Heivisj’.

Mijn leessmaak is de laatste jaren wel wat veranderd. Waar ik vroeger liever boeken met actiespanning, chronologische volgorde en één verhaallijn las, spreken me nu ook boeken aan met meer psychologische spanning of bijvoorbeeld flashbacks. Ik houd er ook van als een boek je aan het denken zet, dit was zo bij het boek ‘Inwijding’, wat we in klas 3 hebben gelezen.
Mijn leesniveau is denk ik niveau 3, maar boeken uit de lijst van niveau 2 vind ik af en toe ook wel leuk om te lezen. Niveau 4-boeken zijn nog net te ingewikkeld om vlot te kunnen lezen. Deze boeken zouden wat langdradig worden, omdat ik meer tijd nodig heb om de tekst goed te begrijpen.
Ik vind het zelf leuk om nieuwe literatuur te lezen, dus ik zie er niet tegen op om de boeken van de lijst te gaan lezen. De boeken die we moeten/mogen lezen zijn denk ik interessant en je mag voor een gedeelte zelf bepalen wat voor soort boeken je leest. Ik denk dus dat er altijd wel een boek naar je eigen smaak bij zit.